Overeenkomst Energievoorziening Weideveld te Bodegraven
. OVEREENKOMST ENERGIEVOORZIENING WEIDEVELD 20-07-2007
1.
HET OPENBAAR LICHAAM GEMEENTE BODEGRAVEN, vertegenwoordigd door de
heer J.J. Bouwens, wethouder, handelend ter uitvoering van het besluit van het College
van Burgemeester en Wethouders d.d. 24 juli 2007, hierna te noemen 'de Gemeente'
2.
DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP NUON NETWERK SERVICES, statutair gevestigd te
Arnhem, ten deze rechtsgeldig middels volmacht vertegenwoordigd door drs. R.L.
Kerkmeester, directeur Commerciële Zaken van Nuon Netwerk Services, hierna te noemen
'het Energiebedrijf'
De Gemeente en het Energiebedrijf hierna tevens afzonderlijk aan te duiden als 'partij' en
gezamenlijk als 'Partijen',
De Gemeente zich bezighoudt met de ontwikkeling van de nieuwbouwwijk Weideveld,
hierna te noemen 'de Locatie', waar in totaal circa 750-800 Woningen gerealiseerd zullen
worden;
De Gemeente zich bij de ontwikkeling van de Locatie op het gebied van milieu ten doel
heeft gesteld om minimaal 30% CO,-reductie te realiseren ten opzichte van de situatie
waarin de Woningen zijn aangesloten op een gasnet en een EPC van 1,0 hebben;
De selectie van de 0ntwikkelaar(s) voor de realisatie van de Locatie nog uitgevoerd dient
te worden ofwel dat met geselecteerde 0ntwikkelaar(s) nog tot contractuele
overeenstemming dient te worden gekomen. Eisen voortvloeiend uit de selectieprocedure
voor de realisatie van de energievoorziening voor de Locatie zullen deel uit maken van de
eisen die worden gesteld aan de Ontwikkelaar(s). Voor het eerste deelgebied zijn de eisen
voortvloeiend uit de selectieprocedure door de Gemeente reeds opgenomen in afspraken
met de betreffende Ontwikkelaar;
De Gemeente, op basis van onder punt 2 genoemde ambitie ten behoeve van de
energievoorziening van de Locatie op basis van een 'Programma van Eisen voor de
Energievoorziening Weideveld Bodegraven', (NE) met referentienummer 04.064/PVE van
15 februari 2005, aanbiedingen heeft gevraagd;
Het Energiebedrijf op basis van het onder punt 4 genoemde PvE en de 'Nota van
Inlichtingen' van 30 maart 2005 een voorstel heeft uitgebracht onder de naam 'Aanbieding
Energievoorziening "Weideveld" Gemeente Bodegraven', gedateerd 26 mei 2005 met
kenmerk VNWS/AvG/Bu-05-50. In aanvulling heeft het Energiebedrijf een definitieve en
onvoorwaardelijke aanbieding uitgebracht per brief van 8 maart 2006 met kenmerk
VNWS/MM/Bu-06-29.
De Gemeente op basis van de onder punt 5 genoemde voorstellen de voorlopige gunning
voor de Energievoorziening van de Locatie onder voorwaarden aan het Energiebedrijf heeft
toegewezen, zoals bevestigd in de brief van 22 juni 2006 met kenmerk uit/01458.06, en
het Energiebedrijf deze voorlopige gunning heeft geaccepteerd zoals beschreven in haar
brief van 2 juli 2006 met kenmerk VNWS/MM/BU-06-67.
partijen overeenstemming hebben bereikt over alle binnen deze overeenkomst vigerende
onderwerpen, hetgeen zij thans wensen vast te leggen in deze schriftelijke overeenkomst
waarmee de Gemeente de definitieve gunning voor de Energievoorziening van de Locatie
aan het Energiebedrijf verleent.
De leidingen van het Energiebedrijf die de Binnenhuisinstallatie
middels een Meetinrichting met de hoofdleidingen verbindt, met
inbegrip van alle andere door of vanwege het Energiebedrijf in of
aan de leidingen aangebrachte apparatuur.
Voorwaarden en eisen van het Energiebedrijf op basis waarvan
Aansluiting voor de Levering ten behoeve van de Verbruikers en/of
Ontwikkelaar worden gerealiseerd.
Bijdrage Aansluitkosten, zijnde een éénmalige bijdrage in de kosten
voor het aansluiten van Woningen op de Energie-infrastructuur.
BDB-index Eengezinswoningen Nieuwbouw.
Het geheel van leidingen en apparatuur, zich bevindende achter
het Leveringspunt, ten behoeve van Ruimteverwarming,
Ruimtekoeling en Warm tapwater in de Woning.
Het geschikt zijn van gronden voor de verdere inrichting en
bebouwing van de Energie-infrastructuur. De gronden zullen waar
nodig worden opgehoogd met zand. Voorts zullen de gronden
bereikbaar zijn vanaf het openbare gebied en vrij van feitelijke
belemmeringen die de bouw en/of de ingebruikneming verhinderen
of beperken op een wijze die niet in redelijkheid voor rekening van
het Energiebedrijf behoort te komen.
Een bewijsdocument dat het Energiebedrijf kan inzetten om aan te
tonen dat CO2-neutrale elektriciteit is aangewend.
Het bewijsdocument moet worden geaccepteerd door de door de
Minister van EZ aangewezen instantie, op dit moment de
netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.
Als bewijsdocument zijn enkel en alleen te gebruiken:
- een groencertificaat zoals bedoeld in de Regeling
Groencertifkaten Elektriciteitswet 1998,
- de Garantie van Oorsprong, een certificaat zoals bedoeld in het
Renewable Energy Certificates System (RECS),
- eventuele rechtsopvolgers van de hiervoor genoemde
documenten,
- anderszins gegarandeerde CO2-vrije certificaten die door de
Gemeente worden geaccepteerd.
Kooldioxide, een broeikasgas dat onder andere ontstaat bij
verbranding van fossiele brandstoffen.
Een label, ontwikkeld door de Stichting Energie Prestatie Keur,
waarmee basiseisen als tapdrempel, wachttijd, gelijkmatigheid van
temperatuur en rendement kunnen worden vergeleken.
Een stelsel van leidingen en installaties, inclusief Opstallen, bedoeld
voor de opwekking, het transport en de distributie van
verwarmingswater, koelingswater en Warm tapwater als onderdeel
van de Energievoorziening, waarop de Binnenhuisinstallaties van
Verbruikers kunnen worden aangesloten.
Het geheel van voorzieningen en organisatie ten behoeve van de
Levering op de Locatie inclusief het deel van de installatie op een
perceel dat door het Energiebedrijf wordt beheerd met inbegrip
van Meetinrichting en dergelijke.
Energieprestatiecoëhiciënt: maat voor de energetische
eigenschappen van een gebouw of een gedeelte daarvan berekend
volgens de vigerende Energieprestatienorm (EPN; NEN 5128).
Energieprestatie op Locatie: maat voor de energieprestatie van een
locatie, berekend volgens de methodiek beschreven in de publicatie
EPL-monitor 2003, opgesteld door CE Delft in opdracht van
SenterNovem.
Aardgas.
Pieklast- en back-upvoorziening voor opwekking van warmte en
Warm tapwater.
Marktconforme prijs voor Gas.
Onttrekkings- en infiltratievoorziening met opstal voor oppompen
of terugpompen van grondwater voor de Energievoorziening.
Gebouw met minimaal 2 Leveringspunten boven elkaar.
Een ruimte onder de Woning met een hoogte van minimaal 50 cm,
waarin de leidingen van de Energie-infrastructuur worden
aangelegd en die via kruipluiken met een afmeting van ten minste
600 x 400 mm bereikbaar zijn.
Energie voor Ruimtekoeling.
De terbeschikkingstelling van Warmte ten behoeve van
Ruimteverwarming, Koude ten behoeve van Ruimtekoeling en
Warm tapwater aan een of meerdere Verbruikers.
Het punt waar de feitelijke Levering plaatsvindt, zijnde direct na de
Meetinrichting.
Nieuwbouwlocatie Weideveld vallende onder de Gemeente
Bodegraven, zoals omschreven in artikel 2.1 en weergegeven in
Bijlage A.
De apparatuur van het Energiebedrijf, deel uitmakend van de
Aansluiting en bestemd voor het vaststellen van de omvang van de
Levering ten behoeve van de afrekening door het Energiebedrijf en
voor de controle van de Levering , behorende tot het
Leveringspunt.
Installatie, zijnde het samenstel van in een perceel of ruimte
aanwezige leidingen en daarmee verbonden toestellen en
verwarmingslichamen, deel uitmakend van de Binnenhuisinstallatie,
ten behoeve van Ruimteverwarming en Ruimtekoeling
waarbij de aangesloten verwarmingsinstallaties bij ontwerpcondities
voldoende vermogen leveren bij een maximale
aanvoertemperatuur van 45°C en een maximale retourtemperatuur
van 35°C.
Het beginsel op grond waarvan de kosten voor de Verbruikers van
Ruimteverwarming en van Warm tapwater, het vastrecht (jaarlijkse
bijdrage), de energieprijs (kosten per m' gas of gigajoule (GJ)
warmte) en onderhoud van het Verwarmingssysteem en de Warm
tapwater-installatie inclusief herinvestering in de CV-ketel, in de
situatie met Levering van Warmte en Warm tapwater gemiddeld
niet hoger zijn dan in de situatie met gaslevering.
Een technisch probleem/defect aan de Energievoorziening, die niet
beantwoordt aan de omschreven dehnitie van Urgente storing en
waarvan de reparatie/afhandeling in overleg met de Verbruiker
onder normale werktijd in te plannen is.
Overleg voor de coördinatie van de aanleg van kabels en leidingen
op de Locatie. Doel van dit overleg is om tot een zo goed mogelijke
inpassing van de Energievoorziening op de Locatie en afstemming
tussen aanleggende partijen te komen.
Het moment waarop de Woningen overeenkomstig het bepaalde in
de Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV) 1989 zijn
opgeleverd.
Gebouw, werk of beplanting.
De partijen die de Woningen gaan realiseren.
'Programma van Eisen Energievoorziening Weideveld' (PvE) met
referentienummer: < > gedateerd .
Het bestemmen van Koude voor het op de gewenste temperatuur
brengen en houden van ruimtes in Woningen.
Het bestemmen van Warmte voor het op de gewenste temperatuur
brengen en houden van ruimtes in Woningen.
Een technisch probleem/defect aan de Energievoorziening, welke
zo spoedig mogelijk (aanvang reparatie binnen 2 uur na melding)
verholpen dient te worden. Het betreft dan een storing die leidt of
zal leiden tot stagnatie van de Warmte, Koude en/of Warm
tapwaterlevering aan de Verbruiker(s) of die leidt of kan leiden tot
ernstig ongemak voor de gebruikers of gevolgschade (bijvoorbeeld
ernstige lekkage).
Degene die met het Energiebedrijf een Overeenkomst van Levering
heeft afgesloten.
Warm water, bereid op basis van drinkwater, dat bedoeld is voor
huishoudelijk gebruik.
Energie voor Ruimteverwarming en Warm tapwater.
Centrale opwekkingseenheid ten behoeve van de Levering ,
inclusief de warmtepompen met regelingen, Gasgestookte
hulpketels en de Grondwaterbronnen.
Totale behoefte aan energie voor Ruimteverwarming en
Warmtapwater van alle Verbruikers op de Locatie.
Gebouw dan wel een appartement binnen Gestapelde bouw,
geschikt en bestemd voor huisvesting van niet meer dan één
huishouden.
De Locatie is gelegen in de Zuidzijderpolder in de gemeente Bodegraven. Aan de westzijde
ligt de wijk Broekvelden. De Locatie wordt verder begrensd door de spoorlijn Leiden-
Woerden, de Broekveldselaan en het bedrijventerrein Groote Wetering; de Locatie is
hierdoor van de A12 gescheiden. Het oppervlak van het totale plangebied beslaat circa 28
hectare. In bijlage a is een kaart van de Locatie opgenomen.
Voor de Locatie is door de Gemeente op 22 september 2005 een stedenbouwkundig plan
vastgesteld welke in bijlage a is bijgevoegd. In dit stedenbouwkundig plan is de
hoofdstuctuur van de Locatie vastgelegd: de hoofdgroenstructuur, watergangen,
hoofdverkeersontsluiting en de locatie van de woonvelden. Samen met Ontwikkelaar(s)
wordt door de Gemeente nadere uitwerking gegeven aan de definitieve inrichting van de
woonvelden. In bijlage b is de meest recente planning van de locatieontwikkeling
opgenomen.
Indien wijziging van de in het stedenbouwkundige plan opgenomen verdeling van
woningtypen of bouwprogramma aantoonbaar leidt tot een situatie waarin op basis van de
Hoofdprincipes van de Energievoorziening (bijlage D) ongewijzigde naleving van de
afspraken uit deze overeenkomst niet in redelijkheid kan worden verlangd, treden Partijen
in overleg om op basis van werkelijke kosten tot een oplossing te komen.
Het Energiebedrijf neemt de volgende uitgangspunten voor locatieontwikkeling in acht:
> Het minimaal aantal te realiseren Woningen bedraagt 760
> Het minimale bouwtempo bedraagt gemiddeld 100 Woningen per jaar
> Het eerste te realiseren deelgebied omvat minimaal 230 Woningen en wordt gebouwd
in 2007-2010
Planning, bouwprogramma en bouwtempo zoals genoemd in de artikelen 2.1.2 en 2.1.4
zijn afhankelijk van marktomstandigheden, wetgeving en wijzigende plannen van de
Gemeente en dienen derhalve als indicatief beschouwd te worden. Afstemming over de
definitieve planning vindt met alle betrokken partijen plaats. Aan de in dit document
genoemde planning, bouwprogramma en bouwtempo kunnen geen rechten worden
ontleend.
De Gemeente neemt in de ontwikkelovereenkomst(en) met de 0ntwikkelaar(s) op dat de
Ontwikkelaar(s) de Woningen op de Locatie bouwen volgens de in deze paragraaf
genoemde kenmerken. Bijlage C bevat de bedoelde voorwaarden en specificaties.
De Gemeente neemt in de ontwikkelovereenkomst(en) met de 0ntwikkelaar(s) op dat de
0ntwikkelaar(s) de Woningen zodanig realiseren dat deze inclusief Energievoorziening
(volgens artikel 3.7.1) voldoen aan een EPC van ten hoogste 0,8.
De Gemeente neemt met inachtneming van artikel 3.3.4 in de ontwikkelovereenkomst(en)
met de 0ntwikkelaar(s) op dat de 0ntwikkelaar(s) de grondgebonden Woningen en de
Gestapelde bouw standaard voorzien van Kruipruimten of kelders op maaiveldniveau of
halfverdiept, waar leidingen ten behoeve van de Aansluiting op de Energievoorziening in
geplaatst kunnen worden.
De Gemeente neemt in de ontwikkelovereenkomst(en) met de 0ntwikkelaar(s) op dat de
0ntwikkelaar(s) in overleg met het Energiebedrijf ruimte reserveren ten behoeve van de
toevoer- en afvoerleidingen voor het transporteren van Warmte, Koude en Warm tapwater,
zoals weergegeven in bijlage C en M. Eventuele aanpassingen hierop kunnen na
toestemming van de Ontwikkelaar(s) voor rekening en risico van het Energiebedrijf worden
doorgevoerd.
De Gemeente neemt in de ontwikkelovereenkomst(en) met de 0ntwikkelaar(s) op dat de
0ntwikkelaar(s) bij het ontwerpen van de Woningen de Hoofdprincipes voor de
Energievoorziening (bijlage D) in acht nemen.
De Gemeente neemt in de ontwikkelovereenkomst(en) met de Ontwikkelaar(s) op dat de
0ntwikkelaar(s) van de in bijlage d vermelde appartementencomplexen op basis van door
het Energiebedrijf aan te leveren specificaties, en in overleg met het Energiebedrijf in het
ontwerp rekening houden met plaatsing van de in bijlage o beschreven dakkoelers ten
behoeve van de in artikel 3.10 beschreven regeneratievoorziening.
De Gemeente neemt in de ontwikkelovereenkomst(en) met de 0ntwikkelaar(s) op dat de
Ontwikkelaar(s) in de Woningen voor eigen rekening op basis van door het Energiebedrijf
aan te leveren specificaties en in overleg met het Energiebedrijf, ruimte reserveren ten
behoeve van de Meetinrichting ten behoeve van Ruimteverwarming, Ruimtekoeling en
Warm tapwater, volgens de richtlijnen zoals opgenomen in bijlage C.5 voor hoog- en
laagbouw.
De Gemeente neemt in de ontwikkelovereenkomst(en) met de 0ntwikkelaar(s) op dat de
0ntwikkelaar(s) de Binnenhuisinstallatie van de Woningen baseren op het
temperatuurregime van een Lage Temperatuur Verwarmingsysteem en ontwerpen op basis
van de richtlijn ISSO 51 en met inachtname van de Aansluitvoorwaarden.
De Gemeente neemt in de ontwikkelovereenkomst(en) met de 0ntwikkelaar(s) op dat de
0ntwikkelaar(s) voor de Energievoorziening benodigde bouwkundige maatregelen aan de
Woningen, zoals vloer- en muurdoorvoeringen, sparingen en sparingsbussen, op
gespecificeerd verzoek van het Energiebedrijf om niet realiseren en aan het Energiebedrijf
ter beschikking stellen.
De Gemeente doet geen uitspraak over de hoogte van de energievraag en geeft geen
garantie af voor de hoogte en de continuïteit van de energievraag.
De door de Gemeente ten behoeve van de Energievoorziening te leveren grond voldoet aan
de wettelijke bodem- en grondwaterkwaliteitseisen zodanig dat de beoogde bestemming
ten behoeve van de Energievoorziening gerealiseerd kan worden.
Het hoge deel (noordelijke helft) van de Locatie wordt bouwrijp gemaakt door de
Gemeente volgens de cunettenmethode. Het lage deel (zuidelijke helft) wordt door de
Gemeente integraal opgehoogd en voorbelast. Het toekomstige maaiveldniveau van de
Locaties ligt op NAP -1,10 m. Het huidige en toekomstige waterpeil is NAP -2,10 m.
De Gemeente heeft voor de Locatie een onderzoek uit laten voeren naar de
bQdemgeschiktheid ten behoeve van het gebruik van grondwater als bron voor het
Warmtepompsysteem. Het Energiebedrijf betaalt direct na ondertekening van de
onderhavige overeenkomst de kosten hiervoor aan de Gemeente, zijnde € 4.165,-- inclusief
BTW.
Het Energiebedrijf realiseert gedurende de contractduur, voor eigen rekening en risico, met
inachtneming van hetgeen in deze overeenkomst is bepaald, de aanleg, aansluiting, beheer
en onderhoud (preventief en correctief, incl. materialen en loonkosten en vervanging) van
de Energievoorziening voor de gehele Locatie.
De Energievoorziening bestaat uit:
> Een Warmtepompsysteem, bestaande uit:
> Warmtepompinstallatie en Gasgestookte hulpketels
> Grondwaterbronnen
> Regeneratie van de Grondwaterbronnen
> Opwekking van Warmte, Koude en Warm tapwater
> Energie-infrastructuur ten behoeve van de Levering
> Aansluitingen van Woningen
> Levering.
Warmteopwekking voor Ruimteverwarming, Koudeopwekking voor Ruimtekoeling en
bereiding van Warm tapwater vindt plaats met het Warmtepompsysteem.
Voor de aandrijfelektriciteit van de Energievoorziening worden door het Energiebedrijf
Certificaten aangewend teneinde de CO2-reductie uit artikel 6.1.1 te realiseren. Als
uitgangspunt voor de inkoop van de hoeveelheid Certihcaten, geldt de gemeten jaarlijkse
prestatie van de Energievoorziening volgens artikel 6.1.2.
De situering van Energie-infrastructuur wordt met inachtneming van de Demarcatielijst
(bijlage l) na overleg door de Gemeente bepaald.
De Energie-infrastructuur van het Energiebedrijf bestaat in principe uit:
> Twee leidingen voor aanvoer en retour van Warmte ten behoeve van
Ruimteverwarming
> Twee leidingen voor aanvoer en retour van Koude ten behoeve van Ruimtekoeling
> Een circulatieleiding voor aanvoer van Warm tapwater.
De leidingen die door het Energiebedrijf in Kruipruimten worden aangelegd, zijn flexibele
leidingen die voor zover mogelijk in een rechte lijn door sparingen, aangebracht in
(fundatie) balken en/of vloeren, worden aangelegd, conform het bepaalde hieromtrent uit
de Demarcatielijst (bijlage l).
Het Energiebedrijf is ervoor verantwoordelijk dat de leidingen die onderdeel uitmaken van
de Energievoorziening bestand zijn tegen de omgeving waarin ze liggen, waaronder
begrepen tijdelijk niet-droge kruipruimten.
Het Energiebedrijf spant zich in om de energieverliezen in de Energie-infrastructuur te
minimaliseren.
Het Energiebedrijf stemt de aanleg van de leidingen en overige opstallen ten behoeve van
de Energievoorziening af in een Nutsoverleg waarin de Gemeente, 0ntwikkelaar(s) en
overige aanleggers c.q. beheerders van nutsvoorzieningen voor de Locatie deelnemen en
waarin de Gemeente de regie voert en uiteindelijk bepaalt. De aanleg van de Energieinfrastructuur
wordt door het Energiebedrijf of een door haar aan te wijzen derde
uitgevoerd en gecombineerd met de aanleg van andere nutsvoorzieningen, waarbij de
ligging zoveel mogelijk in hetzelfde tracé is en gestreefd wordt naar een gezamenlijke
hoofdaannemer. Slechts na overleg met en goedkeuring door de Gemeente mag hiervan
worden afgeweken. Als kabels en leidingen die onderdeel uitmaken van de
Energievoorziening kruisen met oppervlaktewater, wegen of spoorwegen dan draagt het
Energiebedrijf ervoor zorg dat de kabels en leidingen ondergronds worden aangelegd.
Het Energiebedrijf draagt ervoor zorg dat de Energievoorziening het gebruik van de grond
voor andere kabels en leidingen en andere bestemmingen zo min mogelijk belemmert. Het
Energiebedrijf gaat hierbij uit van de eisen die de Gemeente hieraan stelt. Ten tijde van
ondertekening van deze overeenkomst zijn in ieder geval de Kwaliteits- en inrichtingseisen
openbare ruimte (bijlage F) en de Algemene Voorwaarden bij Herbestrating (AVH 2002;
bijlage G) van toepassing.
Het Energiebedrijf sluit elke Woning of elk gebouw op de Locatie, na indiening van een
aanvraag door de 0ntwikklaar(s) bij het Energiebedrijf, ten minste twee weken voor
oplevering aan op de Energievoorziening, mits de 0ntwikkelaar(s) aan de daarvoor
relevante Aansluitvoorwaarden voldoet en betaling van de BAK volgens artikel 4.2.4 heeft
plaatsgevonden.
Indien het Energiebedrijf de Woningen niet op de Energievoorziening heeft aangesloten op
het in artikel 3.4.1. afgesproken moment, verbeurt het Energiebedrijf aan de Gemeente
een direct opeisbare (en niet voor verrekening vatbare) boete ad € 100,- per Woning voor
elke dag dat de niet-nakoming voortduurt, met een maximum van € 20.000,- per Woning,
een en ander overeenkomstig het daaromtrent bepaalde in artikel 7.5.3.
Het Energiebedrijf levert, installeert, beheert en onderhoudt de Meetinrichting in de
Woningen conform de Aansluitvoorwaarden (bijlage C.1). De Meetinrichting blijft eigendom
van het Energiebedrijf.
Het Energiebedrijf plaatst bij alle Woningen een Meetinrichting die zich bij voorkeur van het
Energiebedrijf niet bevindt in de meterkast, op basis waarvan individuele verrekening van
de energiekosten mogelijk is en zodanig dat het in artikel 2.2.8 genoemde Lage
Temperatuur Verwarmingssysteem kan worden aangesloten.
De Warmte, Koude en Warm tapwater worden op het Leveringspunt geleverd volgens de
specificaties van leveringscondities en installatieparameters zoals vermeld in bijlage CA en
zoals genoemd in leveringsvoorwaarden Koude en Warmte en Warm tapwater zoals
vermeld in bijlage j en K.
Het Energiebedrijf voert de Energievoorziening zodanig uit dat de Woningen opgeleverd
kunnen worden onder de Garantie- en waarborgregeling van het Garantie Instituut
Woningbouw (GIW) en ISSO 51, geldend op het moment van aanvraag bouwvergunning.
De Gemeente draagt ervoor zorg dat de Ontwikkelaar(s) de Binnenhuisinstallatie voor
eigen rekening en risico realiseren waarbij de Binnenhuisinstallatie dient te voldoen aan de
Aansluitvoorwaarden.
Het Warm tapwaterverbruik wordt door het Energiebedrijf individueel bemeterd.
Het Energiebedrijf draagt ervoor zorg dat de in de Energie-infrastructuur toegepaste
leidingen voldoen aan de daaraan gestelde eisen en normen, bijvoorbeeld in de VEWINwerkbladen,
ter voorkoming van gezondheidsrisico's door opwarming van drinkwater.
Het Energiebedrijf draagt ervoor zorg dat er overeenstemming is over ontwerp en
uitvoering van de Energievoorziening tussen de bij de realisatie van de Energievoorziening
betrokken partijen, waaronder het waterbedrijf, met het oog op het bepaalde in de
artikelen 3.6.2 en 3.6.4. Het Energiebedrijf draagt ervoor zorg dat de levering van Warm
tapwater voldoet aan de wettelijke eisen, waaronder eisen ten aanzien van legionella.
Het Energiebedrijf draagt ervoor zorg dat de capaciteit van Warm tapwaterlevering
minimaal overeenkomstig CW-klasse 4 is. Tegen meerkosten zoals gespecificeerd in artikel
4.3.3 wordt een hogere CW-klasse aangeboden.
Het Energiebedrijf biedt de mogelijkheid om op verzoek van 0ntwikkelaar(s) of
Verbruiker(s) de capaciteit van de levering van het Warm tapwater uit te breiden tot CW klasse
5 en CW-klasse 6.
De Warm tapwatervoorziening dient te voldoen aan de prestatie-eisen die het GIW stelt
aan Warm tapwaterlevering.
Wanneer het Energiebedrijf per cluster Woningen (per Technische Ruimte) niet tijdig een
bevestiging van de eerdere akkoordverklaring verkrijgt van het drinkwaterbedrijf voor de
realisatie van het warmtapwatersysteem zoals in het vorige lid bedoeld (op basis van een
separate circulatieleiding), realiseert het Energiebedrijf binnen de uitgangspunten en
voorwaarden uit deze overeenkomst, ondanks de aanmerkelijk hogere kosten, voor eigen
rekening en risico voor dat cluster een alternatieve warmtapwatervoorziening, waarbij
wordt uitgegaan van een systeem met individuele warmtewisselaars per Woning, waarvan
de specificaties zijn weergegeven in bijlage S.
Het Energiebedrijf is ervoor verantwoordelijk dat het effect van toepassing van de
Energievoorziening op de EPC van de Woningen voor iedere Woning ten minste 0,2 EPCpunt
bedraagt zodat iedere Woning een EPC van 1,0 zou hebben wanneer de Woning niet
zou zijn aangesloten op de Energievoorziening maar zou zijn voorzien van een HRcombiketel.
Het Energiebedrijf voert de Energievoorziening uit volgens de in bijlage R
opgenomen gelijkwaardigheidsbenadering.
Het Energiebedrijf realiseert overeenkomstig de Demarcatielijst (bijlage L) in overleg met
de Gemeente en 0ntwikkelaar(s) voor eigen rekening en risico de voor het
Warmtepompsysteem benodigde technische ruimten en zichtbare delen van installaties,
welke voldoen aan de redelijke eisen ten aanzien van architectuur en welstand. De
technische ruimtes worden in overleg met de Gemeente door het Energiebedrijf in principe
ondergronds gerealiseerd. De fundatie en graafWerkzaamheden zijn voor kosten van het
Energiebedrijf, waarbij het Energiebedrijf met de 0ntwikkelaar(s) in overleg kan treden
over uitvoering van de werkzaamheden.
De situering van de 5 technische ruimtes wordt na overleg tussen Partijen waarbij de
Hoofdprincipes (bijlage d) in acht worden genomen, door de Gemeente bepaald.
De technische ruimtes hebben afmetingen van maximaal 9,5 x 3,5 x 2,7 meter (lengte,
breedte, hoogte), exclusief fundatie.
Wanneer de Gemeente, eventueel op verzoek hiertoe van een Ontwikkelaar, bepaalt dat
een of meerdere technische ruimten in afwijking van artikel 3.8.1 door het Energiebedrijf
niet ondergronds worden gerealiseerd, dan zijn de eventuele daadwerkelijke meerkosten
van bovengrondse plaatsing ten opzichte van ondergrondse plaatsing voor rekening van de
Ontwikkelaar die om bovengrondse plaatsing verzoekt.
De geluids- en trillingniveaus van de technische ruimtes voldoen aan de geldende wet- en
regelgeving.
Het Energiebedrijf realiseert voor eigen rekening en risico de voor het
Warmtepompsysteem benodigde grondwateronttrekking en draagt zorg voor het tijdig
verkrijgen van de vergunning voor grondwateronttrekking.
Voor de grondwateronttrekking worden door het Energiebedrijf één of enkele
bronnenparen toegepast. De situering ervan wordt na overleg door de Gemeente bepaald.
De te realiseren grondwaterputten ten behoeve van onttrekking- en infiltratie van het
grondwater worden aangebracht in een putbehuizing met een afmeting van ca. 1,5 x 1,5
m.
Het Energiebedrijf realiseert voor eigen rekening en risico regeneratie van het grondwater.
Hieronder vallen eveneens alle gevolgkosten, waaronder bouwkundige maatregelen,
aankoop van grond en huur van benodigde ruimte. Risico's voor de toepasbaarheid van
grondwateronttrekking alsmede bijbehorende regeneratiemogelijkheden zijn volledig voor
rekening van het Energiebedrijf. De Demarcatielijst (bijlage L) is hierbij van toepassing.
De regeneratievoorziening bestaat uit de in bijlage O beschreven dakkoelers die door het
Energiebedrijf worden gerealiseerd op Gestapelde bouw. De situering van de dakkoelers
wordt na overleg tussen partijen waarbij de Hoofdprincipes (bijlage D) in acht worden
genomen, door de Gemeente bepaald. De met realisatie van het systeem van dakkoelers
gemoeide directe en indirecte kosten zijn voor rekening van het Energiebedrijf. Over de
realisatie van de dakkoelers en het in artikel 2.2.6. beschreven aspect van het ontwerp van
de appartementencomplexen vindt afstemming plaats tussen het Energiebedrijf en de
0ntwikkelaar(s).
De geluids- en trillingniveaus van het regerenatiesysteem voldoen aan de op enig moment
daarvoor geldende wettelijke normen.
De in deze overeenkomst genoemde bedragen zijn exclusief BTW.
De vastgestelde Bijdrage aansluitkosten (BAK) voor aansluitingen bedraagt een eenmalig
bedrag van € 6.300,--, exclusief BTW, per Woning, indien de leidingen worden aangelegd
in de Kruipruimte of kelder. Indien bij een Woning geen Kruipruimte of kelder aanwezig is,
is voor de betreffende Woning een verhoging van de BAK met een bedrag van 400,- van
toepassing, exclusief BTW.
De BAK, de verhoging van de BAK volgens artikel 4.2.1 en het afkoopbedrag van vastrecht
Koude volgens artikel 4.3.4 worden maandelijks geïndexeerd vanaf maart 2006 volgens de
BDB-index.
De meerkosten voor uitbreiding van de CW-klasse zijn opgenomen in bijlage i.
Het Energiebedrijf brengt de BAK in rekening bij de 0ntwikkelaar(s) volgens de in bijlage
Q opgenomen termijnen.
Buiten de BAK brengt het Energiebedrijf, voor het realiseren van een Aansluiting, geen
andere kosten in rekening.
De te verrekenen BAK wordt gerelateerd aan de datum waarop de 0ntwikkelaar(s) een
aanvraag doet bij het Energiebedrijf voor aansluiting van de Woningen op de
Energievoorziening.
Met betrekking tot de tarieven geldt voor alle Aansluitingen een vaste tariefstructuur.
De jaarkosten worden bij de Verbruiker in rekening gebracht op basis van vastrecht en
gemeten verbruik.
De tarieven per Aansluiting voor Levering van warmte voor Ruimteverwarming, Koude voor
Ruimtekoeling en Warm tapwater voor het eerste half jaar van 2007 bedragen:
> Vastrecht Ruimteverwarming, per jaar: €202,33
> Vastrecht Warm tapwaterlevering bij c\n 4, per jaar: €70,89
> Verhoging vastrecht Warm tapwaterlevering CW5 tov CW4, per jaar: €26,38
> Verhoging vastrecht Warm tapwaterlevering CW6 tov c\n4, per jaar: €69,42
> Vastrecht Ruimtekoeling, per jaar: €121,4
> Energieprijs Ruimteverwarming, per Gj: €16,72
> Energieprijs Warm tapwater (excl. koudwaterlevering), per m': €4,98
Op de vastrechtbedragen voor Warm tapwaterlevering en de energieprijs Warm tapwater
is het BT\N-tarief van 6% van toepassing. Wanneer hiervoor een hoger BTW-tarief gaat
gelden, zorgt het Energiebedrijf voor een dusdanige aanpassing van deze tarieven
(zonder BTW) zodat ze inclusief het aangepaste BTW-tarief niet hoger worden en blijven
voldoen aan het kostenkader als genoemd in 4.3.9.
Het optionele eenmalige afkoopbedrag van het vastrecht voor Ruimtekoeling bedraagt €
865,--. Het in artikel 4.3.3 genoemde vastrecht Ruimtekoeling komt bij eenmalige afkoop te
vervallen.
Het Energiebedrijf verplicht zich om gedurende de afgesproken contracttermijn, als bedoeld
in artikel 7.10, zich te houden aan het Niet-meer-dan-anders-beginsel zoals gesteld in
bijlage e. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar vastrecht- en verbruikstarieven.
De in artikelen 4.2.1, 4.3.3 en 4.3.4 genoemde tarieven zijn inclusief een projectkorting van
17,5% ten opzichte van de standaard door het Energiebedrijf gehanteerde tarieven.
De projectkorting op de tarieven zal gedurende de gehele looptijd van deze overeenkomst
worden gehandhaafd. Indien echter door wettelijke regulering een maximumtarief wordt
vastgesteld zal de projectkorting ten opzichte van dit maximumtarief worden herberekend
zodanig dat de jaarlijkse kosten voor de Verbruikers hetzelfde zijn indien u itgegaan zou zijn
van de oorspronkelijke tarieven inclusief projectkorting.
Indien door wettelijke tariefregulering een bindend tarief wordt vastgesteld dat hoger ligt
dan de in artikel 4.3.3 gestelde tarieven inclusief indexering conform artikel 4.3.8, dient het
Energiebedrijf in overleg met de Gemeente aan de Gemeente of een door de Gemeente
aan te wijzen partij een bedrag te verrekenen van € 1.840,- per Woning, zijnde de
verhoging van de aansluitbijdrage ten opzichte van de standaard aansluitbijdrage wanneer
geen projectkorting zou zijn toegepast, naar rato van de resterende looptijd en naar rato
van nog toegestane tariefkorting. Het bedrag van € 1.840,- is naar prijspeil 2006 en
exclusief BTW. Dit bedrag wordt geïndexeerd volgens de afspraak als bedoeld in artikel
4.2.2.
Verrekenbedrag €1.840 * resterende looptijd , 17,5% - toegestane korting (%)
totale looptijd 17,5%
De in artikel 4.3.3. genoemde tarieven kunnen halfjaarlijks vanaf 1 juli 2006 door het
Energiebedrijf geïndexeerd worden volgens de in bijlage E.3 beschreven methode uit het
Tariefadvies warmte kleinverbruikers van EnergieNed, waarbij de periodieke actualisatie
van de BAK niet wordt toegepast en waarbij de energieprijs Ruimteverwarming wordt
gebaseerd op de laagste in Nederland aangeboden Gasprijs. Het vastrecht Ruimtekoeling
bedraagt 60% van het vastrecht Ruimteverwarming.
De tarieven als genoemd in artikel 4.3.3 kunnen jaarlijks door de Gemeente worden
getoetst aan het kostenkader, zoals vastgelegd in bijlage e. Het Energiebedrijf garandeert
dat de jaarlijkse kosten voor Verbruikers voor Ruimteverwarming, Warm tapwater en
Ruimtekoeling gedurende de contracttermijn als bedoeld in artikel 7.10, niet hoger worden
dan de jaarlijkse kosten in de referentiesituatie met gaslevering, waarvoor voor het jaar
2006 het bedrag van € 983,-- inclusief BTW geldt.
Verbruikers hebben tevens het recht om de tarieven te toetsen. Wanneer op enig moment
de tarieven niet voldoen aan het kostenkader zoals vastgelegd in bijlage e, dient het
Energiebedrijf deze tarieven direct na constatering aan te passen en eventuele teveel
ontvangen bedragen te verrekenen met de Verbruikers.
Na realisatie van de Energievoorziening is het Energiebedrijf verantwoordelijk voor de
beantwoording van vragen en de behandeling van geschillen over de Energievoorziening en
tarieven richting de Verbruiker.
Behoudens voor zover elders geregeld in deze Overeenkomst leidt eventueel van kracht
wordende wetgeving die van invloed is op de exploitatie van de Energievoorziening van het
Energiebedrijf, niet tot aanpassing van het kostenkader zoals is omschreven in bijlage e
noch kunnen hieruit volgende consequenties voor de exploitatie van de Energievoorziening
door het Energiebedrijf anderszins met de Gemeente, de Ontwikkelaar(s) of Verbruikers
worden verrekend.
Het Energiebedrijf spant zich in om subsidies te verkrijgen en fiscale maatregelen te
benutten, welke in overleg met de Gemeente worden benut ter verlaging van de BAK . Het
verkrijgen van eventuele nu nog niet voorziene subsidies is voor verantwoordelijkheid van
het Energiebedrijf; indien een dergelijke situatie zich voordoet zal het Energiebedrijf de
Gemeente hiervan terstond op de hoogte brengen.
Het eventueel incalculeren van subsidies of enige andere vorm van financiële bijdragen van
derden mag niet leiden tot risico's voor de realisatie van de Energievoorziening of voor de
prijsstelling van de BAK en/of tarieven.
Het Energiebedrijf realiseert gedurende de in artikel 7.10.2. genoemde contractduur voor
eigen rekening en risico de aanleg, aansluiting, beheer en onderhoud van de Energievoorziening
voor de gehele Locatie.
De Gemeente vestigt ten behoeve van het Energiebedrijf voor de duur van de
Overeenkomst om niet rechten van opstal ten behoeve van Opstallen van het
Energiebedrijf en brengt de hiervoor gemaakte werkelijke notariële kosten bij het
Energiebedrijf in rekening.
Kabels en leidingen die onderdeel zijn van de Energievoorziening worden door het
Energiebedrijf en voor rekening van de partij die om verlegging verzoekt, verlegd. Hiertoe
gelden de bij de Gemeente van toepassing zijnde voorwaarden (zie bijlage G).
Kabels en leidingen die door het Energiebedrijf of de door haar aan te wijzen beheerder
buiten gebruik worden gesteld, dienen in overleg met en op eerste verzoek van de
Gemeente door en voor rekening van het Energiebedrijf te worden verwijderd.
Een eventuele wijziging in het bouwvolume binnen de in artikel 2.1.3 genoemde
uitgangspunten heeft geen invloed op de BAK en de tarieven.
Behoudens voor zover elders geregeld in deze Overeenkomst mogen risico°s met
betrekking tot onder meer:
> Tracering en wijze van aanleg van de Energie-infrastructuur;
> Wijzigingen in het overheidsbeleid inzake fiscale maatregelen;
> Het niet verkrijgen van subsidies;
> Het van overheidswege aanscherpen van de EPC-eis;
> Een eventuele wijziging in de planning van het bouwrijp maken en de bouw;
> De bodemgesteldheid;
> prijzen voor inkoop van (duurzame) elektriciteit en van Certificaten;
> Eventueel van kracht wordende of wijzigende wet- en regelgeving die van invloed is
op de exploitatie van de Energievoorziening;
> wijziging van de situering van infrastructuur, technische ruimten en dakkoelers ten
opzichte van de Hoofdprincipes (bijlage d)
niet leiden tot verhoging van de BAK c.q. tarieven als genoemd in artikel 4.2.1 en 4.3.3.
De aanleg van de Energievoorziening door het Energiebedrijf mag niet tot vertraging leiden
bij de ontwikkeling van de Locatie door de 0ntwikkelaar(s).
De Gemeente stelt periodiek in overleg met de 0ntwikkelaar(s) een planning op voor het
bouwrijp maken en de jaarlijkse woningbouwproductie en communiceert eventuele
actualisaties met het Energiebedrijf via het Nutsoverleg zoals genoemd in artikel 3.3.6.
De voorbereidingstijd voor de bouw van de Energievoorziening bedraagt circa 6 maanden,
zoals aangegeven in bijlage N Tijdigheidsgegevens. De bouwtijd van de Energievoorziening
op Locatie bedraagt circa 2 maanden per installatie. De Gemeente dient deze
voorbereidingstijden in acht te nemen.
Het Energiebedrijf heeft de vergunning voor grondwateronttrekking reeds bij de provincie
aangevraagd; hetgeen hieromtrent in bijlage n Tijdigheidsgegevens is opgenomen is
derhalve niet van toepassing op deze overeenkomst.
De Gemeente is aansprakelijk voor wijzigingen van de planning of wijziging van het totaal
aantal te realiseren Woningen. Indien Partijen schade ondervinden als gevolg van
wijzigingen in de planning, treden partijen in overleg, waarbij alle Partijen zich zullen
inspannen de schade tot een minimum te beperken.
Het Energiebedrijf zal met de aanleg van de Energievoorziening aansluiten op de in artikel
2.1.2 genoemde planning van het bouwrijp maken en bouwen van de Woningen. Het
Energ iebedrijf sluit de Woningen aan zoals in artikel 3.4 beschreven.
Op verzoek van de Gemeente stelt het Energiebedrijf een rapportage op over het aantal,
de duur en de herhalingsgraad van de storingen. Op verzoek van de Gemeente kan op
basis van de rapportage overleg plaatsvinden met als doel het aantal, de aard, de duur
en/of de herhalingsgraad van de storingen te verminderen.
Het Energiebedrijf voorziet in een storingsdienst/meldpost, die 7 dagen in de week, 24 uur
per etmaal bereikbaar is ten behoeve van de Energievoorziening. De storingsmeldpost
verzorgt de storingsintake, van zowel de Verbruiker(s) als overige melders van storingen.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen Urgente en Niet-urgente storingen.
Het Energiebedrijf dient binnen 24 uur na melding van een Urgente storing, deze storing
verholpen te hebben. Indien het Energiebedrijf aantoonbaar deze storing niet binnen 24
uur kan verhelpen, dient het Energiebedrijf een adequaat plan van aanpak met de
Verbruiker overeen te komen.
In geval een storing op basis van de storingsintake als Niet-urgent kan worden aangemerkt
zal het Energiebedrijf nogmaals de klant benaderen voor het maken van een afspraak op
een zo kort mogelijke termijn die ten hoogste vijf werkdagen bedraagt, teneinde de storing
binnen een naar de aard ervan redelijke termijn te verhelpen.
Doorverwijzen van een storingsmelding niet behorende bij de Energievoorziening en/of
overige leveringen van het Energiebedrijf, bijvoorbeeld tot meldingen met betrekking tot
het afgiftesysteem bij de Verbruiker(s) maakt standaard geen deel uit van de storingsdienst
van het Energiebedrijf.
De Gemeente initieert overleg voor afstemming over de aanleg van de Energievoorziening.
De Gemeente voert directie over de aanleg daar waar het openbaar gebied betreft.
Het Energiebedrijf is verantwoordelijk voor het tijdig en volledig leveren van de benodigde
informatie aan de 0ntwikkelaar(s) en Verbruikers over de werking van de
Energievoorziening en het begeleiden bij de werkzaamheden van de 0ntwikkelaar(s) inzake
de aanleg van de Energievoorziening. De communicatie aan Verbruikers dient in ieder geval
plaats te vinden door middel van:
> Een of meerdere gezamenlijke voorlichtings/kopersavonden.
> Een handleiding/informatiebrochure over de wijze van het omgaan met de
Energievoorziening.
> Een informatieblad over tarieven.
De Gemeente draagt ervoor zorg dat Ontwikkelaar(s) tezamen met het Energiebedrijf voor
en na de Oplevering van de Woningen Verbruikers informeren over het gebruik van de
Energievoorziening en het Laag Temperatuur Verwarmingssysteem waaronder het
hanteren van een constante ruimtetemperatuur en het niet toepassen van nachtverlaging.
Het Energiebedrijf garandeert, op basis van de gerealiseerde EPC zoals omschreven in
artikel 2.2.2, dat na oplevering van alle Woningen op de Locatie, de CO2-reductie van de
Locatie per jaar groter of gelijk is aan 30% ten opzichte van de situatie waarin de
Woningen een EPC van 1,0 zouden hebben, zijn voorzien van HR-ketels en zijn aangesloten
op een aardgasnet.
De CO2-reductie dient jaarlijks door het Energiebedrijf te worden bepaald conform de
methodiek zoals beschreven in bijlage h, op basis van de daadwerkelijke
woningontwerpen).
De in artikel 6.1.1 genoemde garantie geldt voor zover de op basis van meting
vastgestelde jaarlijkse warmtevraag van de Locatie niet groter is dan 125% van de op
basis vans de daadwerkelijke woningontwerpen berekende warmtevraag, zoals uitgewerkt
in bijlage h.
Teneinde de in artikel 6.1.1 genoemde CO2-reductie te garanderen kan het Energiebedrijf
ten behoeve van de inkoop van de benodigde elektriciteit voor de warmtepompen gebruik
maken van Garanties van Oorsprong via en conform de systematiek van CertiQ. Als
uitgangspunt voor de inkoop van de hoeveelheid Certificaten, geldt de gemeten jaarlijkse
prestatie van de Energievoorziening volgens bijlage h.
Na Oplevering van de laatste Woning stelt het Energiebedrijf voor eigen rekening en risico
jaarlijks een rapportage op over ten minste de milieuprestatie van de Energievoorziening in
relatie tot de in artikel 6.1.1. vermelde cbelstelling en randvoorwaarden en verstrekt en/of
publiceert deze rapportage aan of ten behoeve van de Gemeente en de Verbruikers. De
Gemeente heeft het recht de milieuprestatie te toetsen.
Indien uit de in artikel 6.2.1 genoemde rapportage blijkt, dat de in artikel 6.1.1 genoemde
CO2-reductie niet wordt gehaald dan rust met inachtneming van artikel 7.5 op het
Energiebedrijf de verplichting om ervoor te zorgen dat de Energievoorziening op haar
kosten zodanig wordt aangepast, dat de in artikel 6.1.1 genoemde CO2-reductie wordt
gehaald tenzij het Energiebedrijf aantoont dat de reductie niet is gehaald wegens een
oorzaak die niet aan het Energiebedrijf is toe te rekenen.
Bij twijfel over juistheid van de realisatie van de CO2-reductie als genoemd in artikel 6.1.1
kan de Gemeente verlangen dat er een onderzoek plaats vindt in hoeverre de toegezegde
waarden ook daadwerkelijk gerealiseerd worden. De kosten van het onderzoek zijn voor
diegene op wiens verzoek het onderzoek wordt verricht. Alleen in het geval dat de door het
Energiebedrijf toegezegde waarde, zoals bepaald volgens de uitgangspunten, methodiek,
en invulling van de EPL-rekenmethodiek zoals weergegeven in bijlage h.2 niet wordt
gerealiseerd, komen de kosten van voormeld onderzoek voor rekening van het
Energiebedrijf.
Het Energiebedrijf spant zich in eventueel mogelijke verbeteringen van de energieefficiency
van de Energievoorziening door te voeren in de beheersfase, gedurende de
looptijd van de overeenkomst.
Het Energiebedrijf draagt ervoor zorg dat bij het eventueel toepassen van isolatie van de
distributieleidingen gebruik gemaakt wordt van cFK-vrije materialen.
Alle in deze overeenkomst en in de bijlagen vermelde en bijgevoegde voorwaarden en
verplichtingen vormen één geheel met deze overeenkomst en zijn onlosmakelijk daarmee
en met elkaar verbonden. Bij tegenstrijdigheden tussen de overeenkomst en de bijlagen of
bijgevoegde voorwaarden, prevaleert de overeenkomst. Indien de genoemde voorwaarden
en verplichtingen worden gewijzigd, treden partijen in overleg om te bezien wat de
consequenties zijn voor de uitvoering van deze overeenkomst.
Het Energiebedrijf is verantwoordelijk voor het tijdig beschikken over de benodigde
vergunningen, zodanig dat de ontwikkeling van de Locatie geen vertraging oploopt. De
Gemeente verleent medewerking voor zover haar publiekrechtelijke verantwoordelijkheden
en wet- en regelgeving zich daar niet tegen verzetten en onverminderd rechten van
derden.
Het Energiebedrijf is verantwoordelijk voor het tijdig verkrijgen van een
grondwateronttrekkingsvergunning, welke nodig is voor het onttrekken van grondwater. De
aanvraag van de vergunning geschiedt op grond van de Grondwaterwet en de
Grondwaterverordening en vindt plaats bij de Provincie Zuid-Holland. De Gemeente is
bereid het Energiebedrijf te ondersteunen in haar communicatie met de provincie teneinde
de vergunning tijdig verstrekt te krijgen, waarbij de Tijdigheidsgegevens uit bijlage n van
toepassing zijn.
Bij uitvoering van werken in de openbare ruimte zijn de Algemene Voorwaarden bij
Herbestrating (AVH 2002) van de Gemeente van toepassing. Deze voorwaarden zijn
opgenomen in bijlage G.
Het Energiebedrijf is verantwoordelijk voor het tijdig verkrijgen van bouwvergunningen ten
behoeve van de realisatie van de met de Energievoorziening samenhangende bouwwerken
en installaties.
Het Energiebedrijf voldoet aan de uit de vergunningen voortvloeiende eisen.
De Energievoorziening is voor de duur van het contract eigendom van het Energiebedrijf.
De Gemeente vestigt ten behoeve van het Energiebedrijf erfdienstbaarheden en tijdelijke
opstalrechten om niet voor de duur van de overeenkomst voor de Opstallen en de
daarbijbehorende kabels en leidingen in/op door haar uit te geven grond en gebouwen,
zodat de toegang tot de gerealiseerde werken voor de Energievoorziening ten behoeve van
het Energiebedrijf is gewaarborgd. De hiermee gemoeide notariële kosten zijn voor
rekening van het Energiebedrijf.
De Gemeente draagt ervoor zorg dat de 0ntwikkelaar(s) van de in bijlage D genoemde
gebouwen voor rekening van het Energiebedrijf erfdienstbaarheden en tijdelijke
opstalrechten vestigen voor de duur van de overeenkomst voor de dakkoelers op de in
bijlage d genoemde gebouwen, zodat de toegang tot de dakkoelers ten behoeve van het
Energiebedrijf is gewaarborgd.
De Gemeente draagt ervoor zorg dat de Ontwikkelaar(s) in koopovereenkomsten met
betrekking tot door hen te verkopen Woningen kwalitatieve verplichtingen opnemen ten
aanzien van het dulden van de aansluiting van Woningen op de Energievoorziening.
Het Energiebedrijf vrijwaart de Gemeente tegen aanspraken van derden voor vergoeding
van schade die is ontstaan door of in verband met handelingen van het Energiebedrijf.
De Gemeente vrijwaart het Energiebedrijf tegen aanspraken van derden voor vergoeding
van schade die is ontstaan door of in verband met handelingen van de Gemeente.
Indien een uit deze overeenkomst, dan wel nadere overeenkomsten die daarvan het gevolg
mochten zijn, voortvloeiende verplichting door een partij niet, niet tijdig en l of niet
volledig wordt nagekomen en waarop artikel 3.4.2 en 7.7.3 niet van toepassing is, heeft de
andere partij het recht die partij onder opgaaf van de tekortkoming te berichten dat de
tekortkoming binnen een redelijke termijn, doch maximaal binnen 14 dagen na ontvangst
van de (schriftelijke) mededeling dient te zijn verholpen.
Indien het Energiebedrijf niet binnen de in artikel 7.5.2. genoemde termijn van (maximaal)
14 dagen de toerekenbare tekortkoming heeft verholpen, verbeurt zij aan de gemeente per
dag een direct opeisbare (en niet voor verrekening vatbare) boete ad € 100,- per Woning
voor zover het gaat om woninggebonden verplichtingen, met een maximum van € 20.000,-
per Woning, en € 2.500,- voor verplichtingen die niet gerelateerd zijn aan het aantal
Woningen, voor elke werkdag dat het Energiebedrijf in gebreke is, onverminderd het recht
op nakoming en l of volledige schadevergoeding, met een maximum van € 1.000.000,-
(boete en eventuele schadevergoeding cumulatief) per tekortkoming.
Indien een tekortkoming in de nakoming van een woninggebonden verplichting per cluster
(technische ruimte) meer dan 50 Woningen treft dan geldt tevens een maximum van EUR
1.000.000 (boete en eventuele schadevergoeding cumulatief) per tekortkoming per cluster
(technische ruimte).
Indien het Energiebedrijf in verband met deze overeenkomst gehouden is tot betaling van
een of meerdere boetes en schadevergoeding, zal bij het verrekenen van de
schadevergoeding het reeds betaalde boetebedrag op het schadebedrag in mindering
worden gebracht.
Wijziging van de overeenkomst is uitsluitend bindend indien deze wijziging schriftelijk door
alle Partijen is overeengekomen.
Indien een ernstige wijziging van de uitgangspunten tijdens de duur van de overeenkomst
zou leiden tot omstandigheden van dien aard dat ongewijzigde instandhouding van de
overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet mag of kan worden
gevergd, zullen partijen met elkaar in overleg treden over een aanpassing van de
overeenkomst teneinde deze in overstemming te brengen met de alsdan gewijzigde
omstandigheden.
Indien op enig moment mocht blijken dat één of meer bepalingen van deze overeenkomst
onverbindend mocht zijn (naar het oordeel van de rechterlijke instantie) dan blijven de
overige bepalingen onverminderd van kracht en zullen de niet verbindende onderdelen
worden vervangen door afspraken die de strekking en bedoeling van deze overeenkomst zo
goed mogelijk benaderen.
Het Energiebedrijf kan de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst
slechts overdragen aan (een) derde(n), onder de voorwaarde dat die derden alle
verplichtingen overnemen en als de hunne erkennen en onder de voorwaarde dat de
Gemeente toestemming geeft. Een overdracht zoals hier bedoeld wordt vooraf schriftelijk
aan de Gemeente gemeld. Goedkeuring kan worden onthouden, indien voormelde derde
naar objectieve maatstaven gemeten qua doelstelling, financiële draagkracht, reputatie en
ervaring niet gekwalihceerd genoeg is om de aanleg en exploitatie verder voort te zetten.
Het gestelde in artikel 7.7.1 is niet van toepassing voor zover de rechten en verplichtingen
van het Energiebedrijf jegens de Gemeente door een rechtsopvolger onder algemene titel
worden verkregen door fusie als bedoeld in artikel 2:309 BW of door splitsing als bedoeld
in artikel 2:334a BW. Het Energiebedrijf stelt de Gemeente onverwijld schriftelijk op de
hoogte van een verkrijging door een rechtsopvolger onder algemene titel in de zin van dit
artikel. Het Energiebedrijf garandeert dat de rechtspersoon die de rechten en
verplichtingen onder algemene titel heeft verkregen, haar verplichtingen ingevolge deze
overeenkomst strikt zal nakomen.
Indien het Energiebedrijf handelt in strijd met artikel 7.7.1 of 7.7.2 verbeurt zij aan de
Gemeente een direct opeisbare boete van € 250.000,--, onverminderd het recht op
nakoming en/of volledige schadevergoeding.
Indien een partij haar verplichtingen niet kan nakomen als gevolg van overmacht, treden
partijen met elkaar in overleg om te komen tot nieuwe afspraken. Onder overmacht wordt
verstaan een tekortkoming die niet aan de betreffende partij kan worden toegerekend,
indien zij niet te wijten is aan dier schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het
verkeer geldende opvattingen voor haar rekening komt of in situaties van internationale
conflicten en gewelddadige en l of gewapende acties.
Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
7.9.2 Alle geschillen naar aanleiding van of op grond van deze overeenkomst of van andere
overeenkomsten, welke van deze overeenkomst het gevolg mochten zijn, zullen worden
onderworpen aan het oordeel van de Rechtbank te 's-Gravenhage.
In geval de bouw van de Locatie niet doorgaat, zal de Overeenkomst van rechtswege
ontbonden zijn, zonder dat partijen aanspraak kunnen maken op enige
(schade)vergoeding jegens elkaar.
De contractperiode loopt vanaf de datum van ondertekening van de overeenkomst tot 30
jaar na Oplevering van de eerste Woning.
Het Energiebedrijf dient de Energie-infrastructuur gedurende de looptijd van de
overeenkomst deugdelijk te onderhouden.
Het Energiebedrijf doet vijf jaar voor het einde van de contractperiode een voorstel voor
de (wijze van) continuering onder gelijke voorwaarden van de Energievoorziening.
Voortzetting van het contract kan alleen onder de voorwaarde dat geen extra kosten bij
de Gemeente of de Verbruikers in rekening worden gebracht.
Wanneer de Gemeente besluit om op basis van het voorstel van het Energiebedrijf het
contract te beëindigen en geen nieuwe partij vindt die de Energievoorziening overneemt,
verwijdert het Energiebedrijf op verzoek van de Gemeente de onderdelen van de
Energievoorziening zoals weergegeven in bijlage p.
Indien aan het einde van de contractperiode geen nieuwe overeenkomst tussen de
Gemeente en het Energiebedrijf is gesloten noch met een andere partij door de
Gemeente een overeenkomst is gesloten over overname van de Energievoorziening,
wordt de Overeenkomst onder dezelfde voorwaarden, voor een periode van één jaar
verlengd. Totdat een nieuwe overeenkomst gesloten wordt of zich een nieuwe
energieleverancier aandient die wel bereid is het net over te nemen tegen de door een
onafhankelijke deskundige die door beide partijen is aangesteld getaxeerde waarde, zal
de overeenkomst telkens met één jaar verlengd worden.
Gemeente en Energiebedrijf onderzoeken gezamenlijk de mogelijkheid om de
toekomstige bewoners, met inachtneming van de artikelen 7.10.4 tot en met 7.10.6., een
rol te geven in de besluitvorming over de voortzetting van de overeenkomst c.q. de
Energievoorziening, waaronder bijvoorbeeld het oprichten van een vereniging van
deelgenoten in een mandelige zaak.
Afspraken aangaande een dergelijke constructie en de juridische uitwerking hiervan
dienen uiterlijk eind oktober 2007 overeengekomen te zijn.
Binnen de looptijd van deze overeenkomst is het partijen niet mogelijk de overeenkomst
op te zeggen, tenzij de overeenkomst met wederzijds goedvinden wordt beëindigd.
De Gemeente heeft in afwijking van artikel 7.11,1 het recht de overeenkomst met
onmiddellijke ingang door middel van een aangetekende brief met handtekening retour te
beëindigen in geval aan het Energiebedrijf voorlopige of definitieve surseance van
betaling wordt verleend of in geval deze in staat van faillissement is verklaard, dan wel
anderszins het beheer over haar vermogen heeft verloren.
Partijen verplichten zich alle hun uit hoofde van deze overeenkomst ter kennis gekomen
projectinformatie als vertrouwelijk te behandelen en niet zonder voorafgaande
toestemming van Partijen op enigerlei wijze ter beschikking aan derden te stellen,
onverlet de verplichtingen ingevolge de Wet Openbaarheid van Bestuur.
De aan deze overeenkomst gehechte bijlagen, zoals genoemd in artikel 8.1.3, dienen als
ingelast en ingevoegd te worden beschouwd in deze overeenkomst. Bij strijdigheid
prevaleert het bepaalde in de in deze overeenkomst opgenomen artikelen boven het
gestelde in de bijlagen.
Partijen verklaren de in artikel 8.1.3 genoemde stukken te hebben ontvangen en kennis
te hebben genomen van de inhoud.
Bijlagen: